Abstracts 12 ( 1 )
THEMANUMMER 'NAAR EEN MEDISCHE ANTROPOLOGIE VAN KINDEREN'
PATRICK MEURS & STEVEN VAN WOLPUTTE
Ten geleide: Naar een medische antropologie van kinderen!
De kindertijd wordt tot vandaag de dag in de antropologie beschouwd als een overgangsfase: kinderen zijn permanent in wording, op weg naar volwassenheid eerder dan een eigen manier van in-de-wereld-staan te vertegenwoordigen. Cultuur wordt in kaart gebracht bij volwassen mannen of vrouwen; kinderen komen niet zelden slechts aan bod voor zover ze ingewijd worden in het culturele universum van de volwassenen. Heel wat antropologische studies hebben slechts aandacht voor kinderen wanneer deze toelaat iets te weten te komen over volwassenen in de bestudeerde cultuur.Kinderen zijn nog steeds geen onderzoeksgroep op zich in de antropologie.
FILIP DE BOECK
'De pandemonium wereld'
Kinderen en hekserij in R.D. Congo
Vanuit een beknopte etnografische voorstelling van het zich snel verspreidende fenomeen van heksenkinderen in Congo-Kinshasa, biedt dit artikel een reflectie over de onderliggende 'crisis van het imaginaire', de veranderende kwaliteiten van de verbinding tussen het imaginaire en het symbolische niveau, en de epistemologische breuk die met deze betekeniscrisis gepaard gaat. Eén van de wijzen waarop deze crisis zich veruitwendigt is onder meer gelegen in het groeiende onvermogen om een 'eerste wereld' en een 'tweede wereld' van elkaar te onderscheiden, om het verschil te handhaven tussen de realiteit en haar dubbel. In de beschrijving van het fenomeen van heksenkinderen – ten deze een gevolg van een diepgaande herstructurering van bestaande verwantschapspatronen in de Congolese samenleving – zullen deze observaties vervolgens worden verbonden met een analyse van de vormen waarin continuïteit, verandering en bovenal gift en reciprociteit zich doorheen al deze veranderingen manifesteren.
[kinderen, hekserij, gift, imaginaire, Congo]
'The pandemic world': Children and witchcraft in R.D.Congo
Setting out from an ethnographic focus on a recent but widespread phenomenon, that of witch-children in Kinshasa (Democratic Republic of Congo), this article intends to discuss the changing nature – should we call it crisis? – of the imaginary, or better: of the qualities of junction and disjunction between the imaginary and the symbolic, and of the epistemological breach that accompanies this crisis of leading sense in Congo today. This breach is basically appearing in what is a growing indiscernibility between the 'first' and the 'second world', or between reality and its double. In dealing with the ethnography of witch-children which points to a profound restructuration of kinship in contemporary Congolese society, I propose to link these observations to an analysis of the forms in which continuity, exchange and gift are spelled out.
[children, witchcraft, gift, imaginary, Congo]
ANN CASSIMAN
When the child wants a name. The primary emergence of belonging among the Kasena: An anthropological analysis
During three or four days following the delivery, a mother and her newborn child live in seclusion in the female rooms deep inside the Kasenahouse. The child does not fully belong to the world of the living yet, but navigates between this world and the otherworld where it came from, namely the world of the dead and the unborn infants. Gradually the infant and its mother make the transition to the world of the humans through different ritual practices which unroll in the domestic space of the house. The child itself determines the rhythm of the movement into the outside and human world, through illnesses. Some infant diseases are interpreted as 'triggers' for the creation or awakening of identity and belonging of the child. One cause of illness might be the child's desire to be endowed with a name. This usually takes place a few months after birth. A daughter of the patriclan inserts the child in the medicinal water of the patriclan, by which the child becomes a social being and a member of the patriclan. I analyse the practices of delivery, post-partum seclusion and infant namegiving as spatial practices which insert a child into the social world and create its belonging to the matri- and patriclan.
[Ghana, Kasena, birthgiving, namegiving, cosmology, space]
MARIJKE STEGEMAN
Alledaagse gezondheidsproblemen bij zeer jonge kinderen in Noordoost Brazilië
Interviews met moeders over gezondheid, ziekte en genezing
In een kleine stad in noordoost Brazilië is gedurende twee jaar een longitudinale studie uitgevoerd naar gezondheid, voeding en zorg bij een geboorte cohort van 87 kinderen. Bij het onderzoek werd het verzamelen van kwantitatieve gegevens over de kinderen gecombineerd met een kwalitatieve antropologische benadering. In dit artikel staan de resultaten over preventie en behandeling van ziekte. De studie laat zien dat jonge kinderen heel vaak ziek zijn. Meestal gaat het om diarree of luchtweginfecties. Bij ziekte krijgen de kinderen vaak huismiddelen en geneesmiddelen. Zowel gezondheidswerkers als verkopers in de apotheek schrijven vaak medicijnen voor. In aanmerking genomen dat de kinderen meestal niet ernstig ziek zijn, ligt het gebruik van antibiotica erg hoog. Enkele suggesties worden gedaan om tot een meer rationeel gebruik van geneesmiddelen te komen.
[kinderziekten, geneesmiddelengebruik, Brazilië]
Everyday health problems among very young children in Northeastern Brazil.
Interviews with mothers concerning health, disease and recovery
In a small town in northeastern Brazil a longitudinal study was carried out into health, nutrition and care among a birth cohort of 87 babies. The children were followed during two years. Collection of quantitative data was combined with a qualitative, anthropological approach. The study showed that young children have very frequently diarrhea and respiratory infections. Both home remedies and pharmaceuticals are often used during episodes of illness. Taken into consideration that the episodes usually are not severe, the use of antibiotics is very high. The pharmaceuticals are prescribed both by health professionals and by drug sellers in pharmacies. Some recommendations are given to improve a more rational use of medicines.
[childhood diseases, medicine use, Brazil]
RIA REIS
Kinderen en conversieverschijnselen
Over de gevolgen van de stress hypothese
Door ziektesymptomen te vertonen oefenen kinderen invloed uit op hun omgeving. De reikwijdte daarvan wordt bepaald door culturele opvattingen over de sociale kwetsbaarheid van kinderen en verantwoordelijkheid van kinderen voor het ontstaan van ziekte. Aan de hand van onderzoeksmateriaal met betrekking tot individuele en collectieve verschijnselen van conversie wordt nagedacht over de mate waarin de stress-hypothese onderliggende problemen begrijpelijk en hanteerbaar maakt. Onze samenleving is geneigd de axiomatische onschuld van kinderen om te buigen naar het ter verantwoording roepen van hun moeder of ouders. Er is geen idioom meer voorhanden waarin ziekmakende invloeden van de samenleving aan de kaak worden gesteld.
[conversie, psychogene aanvallen, agency, stress-hypothese, parent-blaming]
Children and conversion: Consequences of the stress hypothesis
Through symptoms of illness children may influence their environment. Cultural conceptions of children's social vulnerability and responsibility for illness play a role in this phenomenon. On the basis of data on individual and collective conversion, this article discusses the explanatory value of the stress hypothesis. Modern society tends to compensate for the axiomatic innocence of children by allocating responsibility for illness to the mother or parents. It has lost its idiom for pointing at its own pathogenic factors.
[conversion, psychogenic seizures, agency, stress hypothesis, parent-blaming]
ROY GIGENGACK
Populacho and Callejeros
Stories about street children and other urban poor in Mexico City
This article deals with the formation and management of boundaries between street children (the callejeros) and a number of urban poor who are not of the street (the populacho). After a short introduction, three sections of detailed life stories explore each a specific domain of boundary formation and management: manipulation and mimesis, the tragedy of having a street child, and growing out of street childhood. I argue that the boundaries between street and popular culture are relevant in the eyes of the people involved. Subject as they are to management and manipulation, these boundaries shift with the situation in which they are constructed. Depending on the context, the boundaries may thus display permeability as well as the hard-edged facets of social exclusion. The straight poor are, however, not always in the position to patrol the boundaries with the street poor. Their vulnerability makes the boundaries between popular and street culture unpredictable and discontinuous. Despite all these non-linear qualities of the boundary, the straight and the street poor are conscious of difference. Time and again they construct and emphasize the distinction between populacho and callejeros.One difference, often called vicio or the 'vice' of sniffing glues and solvents, points to the paradox of street children's self-destructive agency. In the last section I contrast the stories narrated in this article with the paradigm of 'constructing and reconstructing childhood'. This model is underpinned by not always explicit notions of false consciousness or hegemony. The empirical evidence of nonlinear boundaries, the consciousness of difference, and the awareness of human suffering constitutes a triple attack on this paradigm. Simplified constructionism has dominated the study of street children for too long now, and it is high time to break through the hegemony of this paradigm.
[poverty, street children, street and popular culture, boundary management, street ethnography, life stories, Mexico]
Dit artikel gaat over de formatie en het beheer van de grenzen tussen straatkinderen (callejeros) en een aantal stedelijke armen die niet van de straat zijn (de populacho). Na een korte introductie worden in drie secties gedetailleerde levensverhalen gepresenteerd. De verhalen bestrijken drie specifieke domeinen van het formeren en beheren van grenzen: manipulatie en mimesis, de tragedie van het hebben van een straatkind, en het achter zich laten van de straatkindertijd. Het centrale argument is dat de grenzen tussen straat- en volkscultuur relevant zijn in de ogen van de betrokkenen. Daar ze het onderwerp zijn van beheer en manipulatie, kunnen deze grenzen verschuiven met de situatie waarin ze geconstrueerd worden. Afhankelijk van de context, kunnen de grenzen permeabel zijn, maar ze kunnen ook de harde facetten van sociale uitsluiting vertonen. De deugdzame of schaamsarmen zijn echter niet altijd in de positie om de grenzen met de straatarmen te surveilleren. Hun kwetsbaarheid maakt de grenzen tussen volks- en straatcultuur onvoorspelbaar en discontinu. Ondanks al deze niet-lineaire kwaliteiten van de grens, zijn zowel de straatarmen als de schaamsarmen bewust van het verschil. Steeds opnieuw construeren en benadrukken zij de distinctie tussen populacho en callejeros. Een beduidend verschil betreft vicio, zo genoemd naar de 'gemene ondeugd' van het snuiven van lijmen oplosmiddel. Deze term attendeert op de paradox van de straatkinderen en hun zelfdestructieve agency. In de slotparagraaf zet ik de bevindingen af tegen het paradigma van 'constructing and reconstructing childhood', dat geschraagd wordt door al dan niet impliciete noties van vals bewustzijn of hegemonie. Het empirische materiaal over de niet-lineaire grenzen, het bewustzijn van verschil, en vooral het bewustzijn van menselijk lijden vormt hierop een driedubbele aanval. Het is de hoogste tijd dat de hegemonie van simplificerendc onstructionistisch denken in de studie van straatkinderen wordt doorbroken.
[armoede, straatkinderen, straatcultuur, volkscultuur, grensbewaking, etnografie van de straat, levensverhalen, Mexico]
SJAAK VAN DER GEEST & ARKO ODERWALD
Weg van de gehuurde zinnen, dichter bij ziekte
Medische antropologie en literaire verbeelding
[medische antropologie, etnografie, narratief, 'emplotment', literaire verbeelding, poëzie, ziekte]
Away from hired sentences, closer to illness: Medical anthropology and literary imagination
This call for papers sketches the literary approach to illness and compares this to the anthropological one. Story, poetry and other forms of literary expression constitute a unique entry to the illness experience and should get more attention in medical anthropology. The story, the basic structure of all human experience, could be the link between anthropology and literary imagination.
[medical anthropology, ethnography, narrative, emplotment, literary imagination, poetry, illness]
JOOP T.V.M. DE JONG & PETER VENTEVOGEL
De culturele kant van de psychiatrie?
Verslag van de 153eAnnual Meeting van de American Psychiatric Association, 13-18 mei 2000, Chicago (VS)
Het jaarlijkse congres van de Amerikaanse vereniging van psychiaters is een groots gebeuren, dat ook ieder jaar weer honderden Nederlandse psychiaters en arts-assistenten aanlokt. Dit jaar waren er in totaal naar schatting 20.000 deelnemers, waaronder 6000 niet-Amerikanen. De lijst van sprekers telde 2157 namen. De bijeenkomst biedt door middel van vele honderden lezingen, symposia en workshops een breed geschakeerd beeld van de hedendaagse psychiatrie. Temidden van de veelheid aan onderwerpen waren ongeveer 20 onderdelen gewijd aan transculturele psychiatrie of 'minority psychiatry'. In onderstaand verslag geven we een weergave van onze speurtocht naar de culturele kant van de APA. Wat is de stand van zaken op het gebied van de transculturele psychiatrie, wat zijn de hete hangijzers? Indien, zoals in het verleden wel vaker is gebleken, de hedendaagse Amerikaanse psychiatrie ons een voorproefje biedt van wat ons in de lage landen te wachten staat: in welke richting zal de transculturele psychiatrie zich alhier ontwikkelen?