Abstracts 20 ( 2 )
ANKE NIEHOF
Introduction: Dimensions of resilience in a context of health-related adversity
This introduction* explores the concept of resilience in relation to empirical evidence presented in several papers in the present issue. The papers discuss resilience in old age, in a context of HIV/AIDS, of people with poor access to safe water and sanitation, and of women who daily have to carry heavy burdens of fuel wood. Resilience appears to be a multi-layered phenomenon that manifests itself as a process. The concept of resilience overlaps that of vulnerability. The vulnerability context is an important factor in people's ability to 'bounce back' when faced with adversity and ill health and it is the context in which entry points for supportive policies and programmes should be identified. People's agency plays an important role in their resilience. Although socially and culturally embedded, it is also shaped by emotions and personality characteristics. The latter lend themselves less easily to measurement than the objective factors in the institutional context, and more research is needed on the subjective and qualitative dimensions of resilience.
[resilience, vulnerability, agency]
Deze inleiding onderzoekt het begrip 'resilience' zoals dat gebruikt wordt in de bijdragen aan dit themanummer. De papers handelen over 'resilience' tijdens ouderdom, in de context van HIV/AIDS, bij mensen die verstoken zijn van schoon water en 'sanitation' en bij vrouwen die dagelijks zware lasten moeten dragen. 'Resilience' is een verschijnsel dat uit diverse lagen bestaat en zich presenteert als een proces. 'Resilience' overlapt met met kwetsbaarheid. Kwetsbaarheid gaat vooraf aan het vermogen van mensen om 'terug te veren' als ze getroffen worden door tegenslag en gezondheidsproblemen. 'Agency' speelt een belangrijke rol in 'resilience'. 'Resilience' put niet alleen uit sociale en culturele bronnen, maar wordt ook gevormd door emotionele eigenschappen en persoonlijkheid. Deze laatste bronnen laten zich echter moeilijker meten dan de meer 'objectieve'. Meer onderzoek is nodig naar de subjectieve en kwalitatieve dimensie van 'resilience'.
[resilience, kwetsbaarheid, agency]
FLORA KESSY & BRIGIT OBRIST
Identifying resilience pathways to sanitary health problems in an unplanned ward of Dodoma, Tanzania
The study explores water- and sanitation-related health risks among the urban poor and identifies the responses of different actors in averting and overcoming these risks. It is based on data collected from households and institutions in the unplanned settlement Chang'ombe of the Dodoma Municipality using quantitative and qualitative methods. We define social resilience as social actors' capacities to access resources, facilities and services not only to cope with and adjust to adverse conditions but to search for and create options and thus develop increased competence in dealing with water and sanitation related threats. The focus is on various structural and relational processes, which shape resilience pathways. We refer to a framework adapted from Langridge et al. (2006) to examine resilience pathways to sanitary health problems in terms of technology, capital, markets, knowledge, authority, and networks. For each of these aspects, interventions to strengthen resilience pathways are suggested for actors on various administrative levels, ranging from the household to the municipality.
[resilience pathways, access to health, water, sanitation, household, community, Tanzania]
Deze studie onderzoekt hoe arme stadsbewoners in Dodowa, Tanzania omgaan met gezondheidsrisico's. Het onderzoek werd uitgevoerd in Chang'ombe, een 'ongeplande' vestiging in de stad, met behulp van kwantitatieve en kwalitatieve methoden. We definiėren 'social resilience' als het vermogen van mensen zich toegang te verschaffen tot bronnen, faciliteiten en diensten die hen niet alleen in staat stellen om zich aan te passen aan ongunstige sanitaire omstandigheden maar ook om zich te weer te stellen tegen de gevaren ervan. Het artikel richt zich vooral op structurele en relationele processen die vorm geven aan 'resilience' ten aanzien van sanitaire problemen; speciale aandacht gaat daarbij uit naar technologie, kapitaal, markt, kennis, macht en netwerken. Voor al deze aspecten worden interventies voorgesteld om 'resilience pathways' sterker te maken op verschillende maatschappelijke niveaus, van huishoudens tot stedelijke overheid.
[resilience pathways, toegang tot gezondheid, water, sanitation, huishouden, gemeenschap, Tanzania]
CAROLYNE NOMBO & ANKE NIEHOF
Resilience of HIV/AIDS-affected households in a village in Tanzania: Does social capital help?
HIV/AIDS morbidity and mortality reduce the ability of households to generate livelihood and cushion other shocks. Social capital is supposed to have the potential to mitigate the impacts of HIV/AIDS and help affected households maintain their resilience, but the extent to which it can do so remains questionable. Drawing from a study in village in the region of Morogoro in Tanzania, this paper investigates the impacts of HIV/AIDS on social capital and its implications for rural livelihoods resilience. The findings reveal that the significance of social capital for helping individuals and households to cope with the shock of HIV/AIDS does not apply in a situation of widespread poverty. Additionally, HIV/AIDS undermines reciprocity by diminishing resources that could have been invested in social relations, while access to social capital is fraught with difficulty due to the stigma surrounding HIV/AIDS. Different from the idealized view that social capital helps households maintain their livelihoods and strengthens their resilience to future shocks and stress, many of the HIV/AIDS-affected households were found unable to cope with HIV/AIDS impacts, because social capital itself is not resilient in a context of high HIV/AIDS prevalence and widespread poverty.
[social capital, resilience, rural livelihood, poverty, AIDS impacts, Tanzania]
In grote delen van sub-Sahara Afrika vormt HIV/AIDS een grote bedreiging voor de bestaanszekerheid op het platteland. HIV/AIDS morbiditeit en mortaliteit tasten bezit en hulpbronnen waar huishoudens over kunnen beschikken aan en resulteren in een verminderd vermogen van mensen om in hun levensonderhoud te voorzien en zich te wapenen tegen tegenspoed in de toekomst. Sociaal kapitaal wordt vaak gezien als een hulpbron in moeilijke omstandigheden, vooral voor arme mensen. In dit artikel, dat is gebaseerd op onderzoek in een dorp in Tanzania, wordt de vraag gesteld in hoeverre sociaal kapitaal mensen weerbaarder maakt in een situatie van hoge prevalentie van HIV/AIDS en ze helpt te ontsnappen aan een neerwaartse spiraal. Het artikel laat zien dat in een dergelijke situatie sociaal kapitaal van cruciaal belang is, maar dat tegelijkertijd de verschillende vormen van sociaal kapitaal zelf ook worden aangetast en niet bestand blijken tegen de effecten van hoge morbiditeit en mortaliteit als gevolg van HIV/AIDS.
[sociaal kapitaal, resilience, rural livelihood, armoede, AIDS, Tanzania]
ESTHER S. WIEGERS
Resilience and AIDS. Exploring resilience in the case of AIDS among female-headed households in Northern Zambia
AIDS affects all facets of people's livelihoods through illness, death and the subsequent care of orphaned children. While AIDS has negative impacts on the livelihoods of many households, not all affected households experience a loss of livelihood security. Several factors condition people's ability to respond to AIDS impacts. This paper explores the concept of resilience in the context of AIDS-related adversity and suffering. In the paper resilience is seen as the responses that enable households to persist or adapt to the difficulties caused by AIDS. Using case material from Northern Zambia, specific attention will be paid to resource mobilisation and factors that enable resilience. Also, the paper examines some of the methodological implications relating to research on resilience.
[resilience, AIDS, social capital, gender, resource mobilization, Zambia]
AIDS treft alle facetten van het leven van mensen door ziekte, dood en de zorg voor de achterblijvende kinderen. AIDS heeft negatieve gevolgen voor veel huishoudens, maar niet alle huishoudens worden in gelijke mate getroffen door bestaansonzekerheid. Er zijn verschillende factoren die mensen in staat stellen zich te weer te stellen tegen de gevolgen van AIDS. Dit artikel onderzoekt het begrip 'resilience' in de context van rampspoed en lijden ten gevolge van AIDS. 'Resilience' wordt gezien als het antwoord op AIDS waardoor huishoudens in staat zijn zich aan de situatie aan te passen en te overleven. Het onderzoek voor deze studie werd uitgevoerd in noordelijk Zambia. Enkele methodologische complicaties voor onderzoek naar 'resilience' worden besproken.
[resilience, AIDS, sociaal kapitaal, gender, mobiliseren van bronnen, Zambia]
MAGI NJIRAMBO MATINGA
The making of hardiness in women's experience of health impacts of wood collection and use in Cuntwini, rural South Africa
Resilience receives increasing attention in poverty research as a characteristic that allows poor households and communities to bounce back in the face of adversity. However, not all poor that are coping with adversity 'bounce back.' In some cases, the poor develop hardiness towards the adversity that they face. This paper explores the construction of hardiness and discusses why it is different from resilience. It is based on a qualitative study of wood collection and use in Cuntwini village, South Africa. Unlike resilience, hardiness has two dimensions. A supportive dimension that allows those facing adversity to cope with it and another dimension that may restrict the overcoming of the adversity by making it an acceptable part of life. The factors that contribute to hardiness in the face of a particular adversity include lack of choice, values and meanings that are attached to adversity or related issues, position and gender roles of those affected as well as number and perceived impacts of other adversities affecting the individuals or households.
[hardiness, resilience, health, wood collection, wood use, smoke, women, South Africa]
'Resilience' (veerkracht) krijgt steeds meer aandacht in armoede-onderzoek als een eigenschap die arme huishoudens en gemeenschappen in staat stelt 'terug te veren' in tijden van tegenslag. Sommige echter, die niet in staat zijn terug te veren, ontwikkelen 'hardiness' als ze met tegenslag of moeilijke omstandigheden worden geconfronteerd. Dit artikel onderzoekt de constructie van 'hardiness' en het verschil met 'resilience.' Het is gebaseerd op een kwalitatieve studie van het verzamelen en gebruiken van hout in Cuntwini, een dorp in Zuid Afrika. 'Hardiness' heeft twee dimensies: een ondersteunende die mensen tijdens tegenslag helpt zich aan te passen ('to cope') aan de situatie en een andere die de aanpassing mogelijk maakt door de situatie te maken tot onderdeel van het normale leven. Enkele factoren die tot 'hardiness' leiden zijn: onontkoombaarheid van de situatie, waarden en betekenissen die aan tegenslag verbonden worden, maatschappelijke positie en gender van degenen die getroffen worden.
[hardiness, resilience, gezondheid, hout verzamelen, gebruik van hout, rook, vrouwen, Zuid Afrika]
SJAAK VAN DER GEEST
Resilience and the whims of reciprocity in old age: An example from Ghana
Anthropological research among older people in a rural town of Ghana brought out two concepts that epitomized their main concerns: respect and reciprocity. 'Respect' takes different meanings in different life situations, from outward deference to deep personal affection. According to people I talked to, the hidden principle that determines the type of respect is reciprocity. The quality of relationships between young and old depends on what the older generation long ago invested in the younger. Life is a bank account; you receive what you put into it. My observations and my conversations with older people largely confirmed this 'iron law' of old age security. In this presentation, however, I intend to look more deeply into one case that seems to contradict the rule of reciprocity: extreme poverty or loneliness in spite of life-long investment. Examining people's life accounts helps to reach a more nuanced understanding of reciprocity as the key to security at old age and to see resilience as a way to cope with the whims of reciprocity. Field notes and transcriptions show, however, that understanding if and how reciprocity works is further complicated by contradictory and confusing statements by older people and their environment.
[reciprocity, resilience, livelihood, old age, anthropology, ethnographic fieldwork, Ghana]
Uit antropologisch onderzoek onder ouderen in een Ghanees dorp komen twee begrippen naar voren die de zorgen van deze ouderen kernachtig samenvatten: respect en reciprociteit. 'Respect' neemt verschillende vormen aan in verschillende situaties, variėrend van beleefdheid tot diepe affectie. Reciprociteit is het principe dat de soort van respect bepaalt. De kwaliteit van de relatie tussen ouderen en jongeren hangt af van wat de ouderen geļnvesteerd hebben in de volgende generatie toen ze zelf nog jong waren. Het leven wordt gezien als een bankrekening; je krijgt wat je erin hebt gestopt. Mijn gesprekken en ervaringen bevestigden grotendeels deze 'ijzeren wet' van zekerheid op oudere leeftijd. In dit essay wil ik echter een voorbeeld onderzoeken dat in strijd lijkt met deze zekerheid: extreme armoede en eenzaamheid van een oudere vrouw ondanks haar levenslange investering in anderen. Door te luisteren naar de levensverhalen van mensen bereiken we een genuanceerder inzicht in reciprociteit. 'Resilience' presenteert zich als het vermogen om zich te weer te stellen tegen de grillen van reciprociteit. Veldwerknotities en transcripties van gesprekken laten echter zien dat verwarrende en tegenstrijdige uitspraken van ouderen en hun omgeving de werking van reciprociteit verder compliceren.
[reciprociteit, resilience, livelihood, ouderdom, antropologie, ethnografisch veldwerk, Ghana]
KAREN MOGENDORFF
Liefde in tijden van kanker. Over vervreemding, hartstocht, echtvriendschap en onzelfzuchtige liefde aan de hand van de roman Komt een vrouw bij de dokter
Taking the popular autobiographical novel Love Life1 as a starting point this essay explores the impact of a serious chronic illness on love from the spouse's perspective. The relationship between Carmen and Stijn, the main characters in the book, is looked at in depth by distinguishing three forms of love: eros, philia and agape. Additionally, the possible implications of mastectomy for the expression of love are discussed. Acceptance of the partner's illness and coping in an intelligent manner with the possible physical, social and emotional consequences of cancer may strengthen the love relationship.
[love, cancer, breast cancer, bodily estrangement, passion (eros), friendship (philia), unselfish love (agape), spouse's perspective, coping with illness]
In dit essay wordt aan de hand van de populaire autobiografische roman Komt een vrouw bij de dokter ingegaan op liefde in de context van chronische ziekte, beleefd vanuit het perspectief van de gezonde partner. In de relatie tussen de romanfiguren Carmen en Stijn wordt onderscheid gemaakt tussen drie verschillende, maar nauw met elkaar samenhangende vormen van liefde: eros, philia en agape. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan de betekenis van lichamelijke veranderingen voor de beleving en uiting van liefde. Acceptatie van de ziekte van de partner en het slim omgaan met de fysieke, sociale en emotionele uitdagingen die de ziekte met zich meebrengt, blijken de onderlinge liefdesband te versterken.
[liefde, romantropologie, kanker, borstkanker, partnerperspectief, vervreemding van het lichaam, hartstocht (eros), echtvriendschap (philia), onzelfzuchtige liefde (agape)]
ROB VAN DIJK
Ontmythologisering van de interculturalisatie: Naar een herijking van het beleid
Interculturalisation is the term used to refer to policy aiming at improvement of accessibility of services for migrants. In the field of mental health such policies are typically justified by two arguments. First, migrants are said to be underrepresented in the patient population. Second, that the care provided is less effective than that provided to the native population. These generalizing arguments have been unquestioned since the start of the interculturalisation movement in mental health care in the 1980s. The author questions these arguments, and asks to what extent there is a myth of interculturalisation. The intraand inter-ethnic diversity in use of mental health care in Rotterdam is explained. Using empirical data, and replacing the native-foreign dichotomy with a nuanced appreciation of inter- and intra-ethnic diversity, the author seeks to recalibrate the interculturalisation argument.
[interculturalisation, policy, myths, archetype, care consumption]
Interculturalisatie verwijst naar het beleid gericht op het vergroten van de toegankelijkheid van voorzieningen. In de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) is interculturalisatie gewoonlijk onderbouwd met verwijzingen naar de ondergebruik van de voorzieningen en naar geringere effectiviteit van de zorg vergeleken met de autochtone bevolking. Deze argumenten hebben een sterk generaliserend karakter en zijn in het beleid zo goed als onbetwist sinds de start van de interculturalisatie van de GGZ vijfentwintig jaar geleden. De auteur betwijfelt de huidige geldigheid ervan en vraagt zich af in hoeverre we hier van doen hebben met interculturalisatiemythen. Hij illustreert zijn stellingname aan de hand van de intra- en interetnische diversiteit in het gebruik van GGZ-voorzieningen in Rotterdam. Hij stelt voor de argumenten voor interculturalisatie te herijken en empirisch te onderbouwen, in de argumentatie verwijzingen naar absolute tweedelingen, zoals allochtoon versus autochtoon te vermijden en intra- en interetnische diversiteit als uitgangspunt te nemen.
[interculturalisatie, beleid, mythen, archetype, zorgconsumptie]